Wie dit jaar met frisse moed aan een studie begint, loopt ongetwijfeld tegen dezelfde muur op als veel leeftijdsgenoten: kamers zijn schaars, de prijzen hoog en de wachttijden eindeloos. De zoektocht naar een betaalbare plek om te wonen is voor veel studenten een stressfactor geworden, nog voordat de colleges überhaupt zijn begonnen.
Volgens cijfers van Kamernet is het landelijke aanbod van studentenkamers licht gedaald, maar in steden als Amsterdam, Breda en Haarlem gaat het om een serieuze terugval: ruim een kwart minder kamers dan vorig jaar. Voor wie daar wil wonen, is het dus letterlijk vechten om vier muren en een dak.
Huurprijzen blijven grillig
Opvallend genoeg is de gemiddelde huurprijs landelijk nauwelijks gestegen: 601 euro per maand, slechts drie euro meer dan vorig jaar. Toch is dat gemiddelde misleidend. In Nijmegen bijvoorbeeld zijn studenten in een jaar tijd maar liefst 24 procent duurder uit en betalen ze nu gemiddeld 635 euro. Ook Tilburg, Groningen en Leiden kennen forse stijgingen.
Aan de andere kant van het spectrum zijn er lichtpuntjes. In Eindhoven is huren zelfs goedkoper geworden: een student betaalt daar gemiddeld 440 euro per maand, zeven procent minder dan voorheen. En ook in Wageningen en Leeuwarden vind je nog kamers die minder dan de helft kosten van een plek in Amsterdam.
Amsterdam blijft onbereikbaar
De hoofdstad blijft het zorgenkindje. Met een gemiddelde huur van 945 euro per maand is Amsterdam veruit de duurste studentenstad. Voor veel jongeren is dat bedrag simpelweg niet haalbaar, zeker niet naast collegegeld, studieboeken en de dagelijkse boodschappen. Het verklaart waarom steeds meer studenten hun blik richten op andere steden – of zelfs andere woonvormen.
Alternatieve woonoplossingen
Daar komt het fenomeen antikraak wonen om de hoek kijken. Voor wie de luxe van een perfecte kamer kan loslaten, biedt dit vaak verrassend veel kansen. Antikraak is meestal een stuk goedkoper, en bovendien kun je soms terecht in unieke panden: van oude schoolgebouwen tot voormalige kantoren. De contracten zijn meestal tijdelijk en de voorzieningen verschillen per plek, maar de lage kosten maken veel goed.
Een partij die hierin een actieve rol speelt, is de Kabath Vastgoedbeheer. Zij koppelen leegstaande panden aan studenten en starters die hard een plek nodig hebben. Dat is gunstig voor beide kanten: jongeren krijgen een betaalbare woonruimte en eigenaren voorkomen dat hun pand leeg en onverzorgd blijft. Zo ontstaat er een win-winsituatie waar steeds meer vraag naar is.
Een andere manier van zoeken
Wat vooral duidelijk wordt, is dat de zoektocht naar een kamer anno nu totaal anders is dan vroeger. Het is niet meer vanzelfsprekend dat je via een vriend of kennis snel iets regelt. Studenten moeten alerter zijn, langer zoeken en vaker genoegen nemen met een kleinere kamer of een locatie verder van de campus. Voor een groeiende groep betekent dat kiezen voor tijdelijke oplossingen, zoals antikraak, om de eerste jaren van hun studie financieel te overleven.
Toch is het niet alleen kommer en kwel. Er ontstaan steeds nieuwe initiatieven, samenwerkingen en woonvormen die wél betaalbaar zijn. Wie bereid is flexibel te denken en niet bang is voor een onverwachte woonplek, kan nog steeds een dak boven het hoofd vinden zonder zich volledig in de schulden te steken.
